Translate

woensdag 24 oktober 2012

Stigmata in discussie-Verslag van de bijeenkomst op 13 oktober 2012.



Stigmata in discussie

Verslag van de bijeenkomst op 13 oktober 2012.

Rob Steinbuch, 24 oktober 2012
Samenvatting
Op zaterdagochtend 13 oktober j.l. werd in Antropia te Driebergen een openbare gespreksbijeenkomst over “Stigmata” gehouden.
De bijeenkomst werd in vier delen gehouden, resp. rond de volgende thema’s:
- De balans van acht jaar; het werk van Judith von Halle.
- Stigmata in het licht van de religiewetenschappen.
- Stigmata in het licht van de antroposofie.
- Het toekomstperspectief.
Ter voorbereiding was een notitie geschreven: “Stigmata ter discussie” dd. 22 augustus 2012. Deze kan bij ondergetekende worden opgevraagd.
Er waren 50 deelnemers, waarvan 28 vrouwen en 22 mannen.
Bij de discussie bleek er een grote verscheidenheid van opvattingen over het onderwerp vertegenwoordigd te zijn. Daardoor ontstond een levendige discussie.
In dit verslag zijn een aantal van de gestelde vragen en gemaakte opmerkingen weergegeven. Daarbij is de hierboven genoemde indeling aangehouden.
De balans van acht jaar; het werk van Judith von Halle
De centrale vraag in de discussie is: wat is er nu eigenlijk aan de hand? Wat gebeurt er bij stigmatisatie, wat zijn de achtergronden, wat is de betekenis voor de omgeving? Voor de antroposofische gemeenschap komt daar de vraag bij waarom dit nu ook binnen onze gemeenschap is gebeurd en tot welke specifieke vragen van de leden dit heeft geleid. Kan het stigmatagebeuren een plaats binnen de antroposofie krijgen? Wat is de relatie tussen het schouwen van Rudolf Steiner en dat van Judith von Halle? Heeft dit alles ook te maken met de toename van het aantal drempelervaringen na 1899, het einde van het Kali Juga tijdperk?
Het gaat niet alleen om de kwaliteit van de voordrachten en boeken van Judith von Halle, maar ook om haar uitstraling, die als “bijzonder liefdevol” wordt ervaren.
Voor de antroposofische gemeenschap is de vraag actueel waarom dit gebeuren ook tot interne spanningen moest leiden.
2
In dit opzicht werd enerzijds waardering uitgesproken voor het vele onderzoekswerk van Sergej O. Prokofieff over dit thema. Als open vraagstelling zou dit zeker waardevol kunnen zijn. Zijn conclusies en argumenten zijn door hem echter zodanig absoluut geformuleerd, dat er geen ruimte voor een werkelijk gesprek overblijft. Hij treedt daarbij vooral op als verantwoordelijk bestuurder, die bang is dat de antroposofische vereniging een verkeerde koers kiest.
Zowel het bestuur van de Duitse Antroposofische Vereniging als het bestuur van de (internationale) Algemene Antroposofische Vereniging met haar zetel in Dornach hebben zich over de stigmatisatie van Judith von Halle in afwijzende zin uitgelaten.
Dit is ook merkbaar in het ten aanzien van haar gevoerde beleid, waarvan de indruk bestaat dat het een “cordon sanitaire” karakter draagt. Daarbij wordt het gesprek met de leden hierover uit de weg gegaan. Deze ontwikkeling werd tijdens de bijeenkomst op 13 oktober door verschillende sprekers betreurd. Waarom zijn deze zaken niet voor leden bespreekbaar gemaakt?
Gaat het hier om gebrekkige communicatie?
Speelt hier wellicht een competentieprobleem een rol?
Dit laatste is overigens wereldwijd beschouwd geen nieuw verschijnsel. Het gaat tenslotte om zeer ingrijpende gebeurtenissen, waarop mensen geen greep hebben. Wie beoordeelt dan wat goed is en wat fout?
Moeten wij er als leden van de antroposofische vereniging misschien aan “wakker worden”?
Stigmata in het licht van de religiewetenschappen
De vraag werd gesteld of dit verschijnsel in zijn algemeenheid niet ook bij andere religies voorkomt. Daarbij werd als voorbeeld gewezen op een TV uitzending van National Geographic over de Druzen.
Gevraagd werd ook naar een mogelijk verband tussen de plekken van de stigmata en de chakra’s.
Heeft Boeddha hierbij nog een bijzondere functie? Kan men die b.v. herkennen in bepaalde aspecten van het werk van Judith von Halle, zoals in de sfeer van warmte en zachtheid?
Hoe moet men staan tegenover de voorfase van de eigenlijke stigmata, waarbij rode vlekken optreden die een tijdelijk karakter hebben? Hierover was in antroposofische kring al een en ander bekend in verband met de lotgevallen van de beeldend kunstenaar Richard Pollak (1867 – 1943, zie lit. 1).
3
Heeft stigmatisatie te maken met de werking van de Christus- impuls? Judith von Halle schrijft hierover: “ Deze omgevormde lichaamsorganisatie omvat lichaam, ziel en geest en wordt tevoorschijn geroepen door de christelijke eigenschap van het medelijden, het mee-lijden”. (Lit. 2).
Dit doet denken aan het begrip “compassie” (Karen Armstrong), dat in de huidige theologie een belangrijke rol speelt als tegenwicht tegen de verhardingstendensen in de samenleving.
De vraag is hoe zich de ontmoeting met Christus, als een in toenemende mate universeel wordend verschijnsel, verhoudt tot de mystieke vereniging met Christus, die tot stigmatisatie kan leiden.
Bij de ontmoeting met Christus kan men – in allereerste aanleg! – wellicht in Zijn ogen zien, met daarin de intense droefheid als gevolg van het leed dat de mensen treft – en vaak elkaar aandoen.
Bij de mystieke vereniging met Christus – eveneens in allereerste aanleg! – kan men echter ook door Zijn ogen zien. En dan ziet men vermoedelijk nog wel wat anders!
Stigmata in het licht van de antroposofie
Ook binnen de religiewetenschappen blijken over stigmatisatie
nog vele onbeantwoorde vragen te bestaan. Kan de antroposofie bij de zoektocht van de religiewetenschappen een meerwaarde bieden? Wat gebeurt er in het algemeen wanneer wij de resultaten van het reguliere wetenschappelijk onderzoek samenbrengen met die van het geesteswetenschappelijk onderzoek van Rudolf Steiner? Men kan dit vergelijken met een weefproces. De reguliere wetenschap levert daarbij een “schering” van vaak eeuwenlange observaties en overwegingen, terwijl de antroposofie een “inslag” vormt die zorgt voor samenhang en patroon.
Dit ziet men ook in dit geval gebeuren.
In de notitie wordt al gewezen op de karmische aspecten, b.v. in het geval van Franciscus van Assisi. Tijdens de bijeenkomst op 13/10 werd ook ingegaan op hetgeen Rudolf Steiner over de “spirituele economie” heeft gezegd. Wat gebeurt er met de individualiteiten van personen die tijdens hun incarnatie gestigmatiseerd werden? Krijgen die wellicht ook nog een bijzondere missie tijdens de periode tussen dood en nieuwe geboorte, b.v. door de mensen “op aarde” in hun ontwikkeling te ondersteunen?
Er blijven nog vele vragen open, zoals de aard van de constitutieverandering. Hoe veranderen de afzonderlijke wezensdelen daarbij. Wat gebeurt er met name met het “ik”?
4
Hoe krijgt de gestigmatiseerde, die geen voedsel kan verdragen toch voldoende energie binnen? Kan onvoorwaardelijke liefde een opstandingskracht vormen? Iets daarvan lijkt voor ons voelbaar te zijn wanneer wij ergens erg enthousiast voor zijn.
Hoe kijken wij in dit licht aan tegen mediteren?
Bestaat er een verband met de zgn. “ontheemde zielen”?
Het toekomstperspectief
Wanneer wij ons zien in de stroom van drie cultuurperioden, t.w. de vierde, de vijfde en de zesde, kunnen wij dan dit verschijnsel beter plaatsen?
Tijdens de vierde cultuurperiode vond het Mysterie van Golgotha plaats. De mens begon zijn “ik“- organisatie te vormen en ontwikkelde vooral de vrijheid als menselijke kwaliteit.
In de vijfde cultuurperiode, waarin wij nu leven, ontwikkelde zich deze vrijheidskwaliteit verder en werd daaraan de verantwoordelijkheid toegevoegd.
In de zesde cultuurperiode, die over ca. 1500 jaar zal beginnen gaat het vooral om de kwaliteit van de onvoorwaardelijke liefde: “het lot van de ander is mijn lot”. Wij zijn die kwaliteit uiteraard nu al aan het ontwikkelen. Het instrument daarvoor is het mede-lijden.
Kunnen wij in dit licht iets meer gaan vatten van hetgeen er ook bij het stigmata-mysterie gebeurt?
Literatuur
Lit. 1. ‘Anthroposophie im 20. Jahrhundert – ein Kulturinpuls in biografischen Porträts‘, Bodo von Plato (HG), Verlag am Goetheanum 2003, pag. 606/607.
Lit. 2. ‚Und wäre Er nicht auferstanden…-Die Christus-Stationen auf dem Weg zum geistigen Menschen‘, Judith von Halle, Verlag für Anthroposophie 2009, pag. 35. In de oorspronkelijke Duitse tekst staat er: “Diese umgewandelte Leibesorganisation bezieht sich auf Leib, Seele und Geist und wird hervorgerufen durch die christliche Eigenschaft des Mitleids, des Mitleidens“
R.T. ( Rob) Steinbuch
Damhertlaan 129 3972 DD Driebergen
Tel. 0343-512491 E-Mail steinb@dds.nl


 terug naar inhoudsopgave