Translate

maandag 3 februari 2014

inwijding en onderwijs - Yeshayahu Ben-Aharon


Beste mensen
Een vertaalde lezing van Ben-Aharon over “inwijding en onderwijs”, die mij zeer inspireerde.
Het is een lezing uit zijn laatst uigegeven boek met de titel:
Spiritual Science in the 21st Century met als ondertitel :Transforming Evil, Meeting the Other and Awakening to the Global Initiation of Humanity.
Dit boek bevat een aantal zeer interessante lezingen over bovenstaande onderwerpen. Yeshayahu Ben-Aharon

Hartelijke groet
Jan van Loon (vertaler)

De wereldwijde inwijding van de mensheid en het onderwijs

Laten we onszelf eens enkele fundamentele vragen stellen over het onderwijs binnen de context van de huidige wereldwijde inwijding van de mensheid:
  • Wat is de taak van de scholen als zij deel willen gaan uitmaken van de Civil Society?
  • Wat zijn de behoeften van de jonge mensen van deze tijd?
  • Hoe kunnen wij de Vrije Scholen of andere scholen die alleen werken vanuit hun essentie en wordingsbron omvormen?
Wat bedoelen wij met een “wereldwijde inwijding van de mensheid”? Wij bedoelen een ontwaken voor de ware aard van de echte spirituele en sociale verandering die in onze tijd plaatsvindt. Volgens mij zijn er vijf stadia voor zo’n ontwaken die zouden kunnen leiden naar een verwezenlijking van een bewuste, wereldwijde inwijding in de 21e eeuw:
  1. Het zien van de wereldwijde onbalans en onrechtvaardigheid die in de periferie aanwezig zijn.
  2. Het wakker worden voor onze morele verantwoordelijkheid.
  3. Pogen om te werken voor echte verandering in onze eigen omgeving
  4. Ons met onszelf confronteren
  5. Een begin maken aan de echte processen van de omvorming van gemeenschap en onderwijs
Dit lijkt misschien een ongebruikelijk begin voor een conferentie van vrijeschoolleraren. Maar in onze tijd moeten we eerst wakker worden voor de morele verantwoordelijkheid en dat gebeurt dikwijls door het ervaren van het ware lijden van mensen ver weg van onze eigen omgeving. Wanneer we dan echt wakker worden moeten we ons vervolgens uiteenzetten met de vraag: wat is de ware aard en de bron van echte spirituele en maatschappelijke verandering? Er is een verschil tussen het helpen in de periferie, in de vergeten hoeken van de wereld door filantropie en dan terug naar huis te gaan naar onze eigen sociale omgeving om van binnen uit te werken. Maar we kunnen echt een verschil maken door vanuit de wortels omhoog te werken, omdat we in waarheid alleen geworteld zijn in onze eigen gemeenschap en ons eigen land. Maar ook leven in de Noordelijke en Westerse landen in het internationale mechanisme dat de oorzaak is van wereldwijde onrechtvaardigheid, armoede en voortdurende oorlogen. Daarom is in onze eigen omgeving echte verandering noodzakelijk, waar we echte verandering tot stand kunnen brengen. In de periferie kunnen we oppervlakkige hulp verlenen, maar thuis, in onze eigen omgeving kunnen we aan een strategische omvorming van de maatschappij op lange termijn werken.
Maar “terug naar onze eigen omgeving gaan” en aan de slag gaan in onze eigen gemeenschap betekent ook dat we met onszelf worden geconfronteerd. In de periferie verschijnen wij als redders omdat wij uit onze eigen bronnen geven om ons met de ellende van anderen uiteen te zetten. Misschien zijn we wel heel tevreden met onszelf, omdat we de armen en de ellendigen helpen. Maar thuis keert zich dat om. In onze eigen gemeenschap is de uiterlijke ellende misschien niet zo duidelijk (hoewel we alleen maar om ons heen hoeven te kijken, omdat die ook aanwezig is, met name in die buurten waar we gewoonlijk liever niet komen. In plaats daarvan komen we thuis, in onze eigen omgeving, oog in oog te staan met onze eigen tekortkomingen, beperkingen en uitdagingen. Daarom leidt de wil om de maatschappij in je eigen omgeving te veranderen tot de noodzaak om jezelf te veranderen. Nu kunnen we ons overzicht van de stadia van de voorbereidende fases invullen die nu kunnen leiden tot bewuste ervaring, onderzoek en realisering van de wereldwijde inwijding:
  1. We ontwaken uit onze moreel-cognitieve slaap of weigering, wanneer we voor de eerste keer de wereldwijde ellende in de periferie in de wereld zien en ervaren.
  2. We ervaren een moreel ontwaken van het geweten en een innerlijke oproep tot verantwoordelijkheid.
  3. Na het overwinnen van de verleiding om filantropen en wereldredders te worden in de periferie, ver van huis, ‘keren we terug naar huis’ omdat we begrijpen dat echte verandering alleen kan plaatsvinden in eigen gemeenschap, cultuur en land.
  4. Dan, nadat we beginnen te proberen de maatschappij in onze eigen omgeving te veranderen, ontmoeten we onszelf, onze dubbelganger, die ons de uitdagingen die we in ons innerlijk moeten overwinnen terug spiegelt, als we met succes onze leefgemeenschap willen veranderen.
  5. Deze ontmoeting met onszelf kan een openbaring van grote betekenis worden. Het opent een van de poorten naar de wereldwijde inwijding van de mensheid in de 21e eeuw. Hier naderen we enkele van de diepere problemen die de ongeziene kern vormen van het wereldwijde inwijdingsproces. Hier kunnen we het toepassen op het probleem van de toekomst van onderwijs en opvoeding.
De diepere problemen die de kern van onze tijd vormen komen voort uit de verandering van de geestelijke wereld zelf. Daar vinden we sinds het midden van de 20e eeuw een nieuwe manier waarop mensen zich voorbereiden op het leven op aarde. Die is wezenlijk anders dan in voorgaande tijden. De onzichtbare, bovenzinnelijke kern van de wereldwijde inwijding van de mensheid kan worden geschetst door het imaginatieve beeld van het voor-Aardse ‘verbond’ dat ieder persoon sluit voor de geboorte met het Hogere Zelf van de mensheid (de Christus). Dit nieuwe ritueel in de geestelijke wereld geeft een nieuwe betekenis aan de moderne inwijding als geheel en vooral in verband met de moderne opvoeding van de kinderen en de jeugd. Vooral is er een nieuwe inwijdingservaring die wij hebben rond de puberleeftijd, een inwijdingservaring die polair tegengesteld is aan de vormingsrituelen van de oude stammen.
In het verleden toen de stamoudsten en priesters de leraren waren van de gemeenschap en de cultuur, had ieder van ons voor de geboorte een ontmoeting met de goden en priesters van ons volk of onze stam. Voor we naar de aarde afdaalden kreeg ieder van ons een concrete taak toegewezen die verwezenlijkt moest worden in de gemeenschap waarin we geboren zouden worden. Deze taak was altijd in lijn met het belangrijkste doel van de oude culturen, die bestond uit het verzorgen en behouden van de tradities van de spirituele wil van de gemeenschap en die werden doorgegeven van de ene generatie naar de volgende. Iedereen kreeg deze taak in de vorm van een machtige spirituele imaginatie.
Op aarde moest deze imaginatie bewust gemaakt worden bij de overgang naar de puberteit. Dit was het doel van deze inwijdingsrites voor de jeugd en ook voor alle oude inwijdingen van de mensen in ieder stadium van het leven. Wanneer de jonge mens de puberteit bereikte ging hij door een zeer krachtige (en voor onze opvattingen nogal drastische) eerste inwijding als een bevestiging. Hij bevestigde zijn identiteit als behorende tot de identiteit van zijn stam of natie. De voor-aardse imaginatie werd gewekt tot vol aards bewustzijn en herinnering en hierdoor leerde de jonge persoon hoe hij een integrerend deel van zijn gemeenschap werd. Wat in de ontwakende zielskrachten van de jonge mens werd ingeprent was zijn specifieke taak, die hem voor de geboorte was gegeven. Nu werd hij zich die bewust en dit leidde hem krachtig tot het dienen van zijn gemeenschap volgens de oude en heilige spirituele wetten van de stam of de natie.
In onze tijd, als onderdeel van de wereldwijde inwijding die begon in de tweede helft van de 20e eeuw vond hierin een wezenlijke verandering, een echte omvorming plaats. Sinds die tijd ontmoet ieder persoon het Hogere Zelf van de mensheid en zijn of haar menselijke geestelijke metgezellen. Iedere ziel krijgt in een panoramische uitzicht het verleden, het heden en de toekomst van de evolutie van de mensheid voor zich uitgebreid. Dan , als een vrij antwoord dat van ons eigen wezen komt als gevolg van het ervaren van dit panorama, scheppen we onze eigen vrij gekozen taak en wijden dit werk en onszelf aan de dienst van de mensheid en de Aarde. Wij zelf verwoorden en scheppen een individuele Morele Intuïtie, een wezenlijke impuls of kracht, in plaats van een imaginatie als een concreet beeld van een aardse opdracht. Deze morele impuls drukt de betekenis uit die wij geven aan ons aandeel in de evolutie van de mensheid in ons komende leven op aarde.
Dit proces, dat ik vanuit een ander aspect meer gedetailleerd beschreef in mijn boek “De Spirituele Gebeurtenis van de 20e Eeuw” wordt ervaren al een geheel nieuw “verbond” tussen onze individualiteit en de mensheid als geheel. Dit verbond vervangt het oude, Mozaïsche verbond. Het is een nieuwe “Sinaï Openbaring” met dien verstande dat hij nu geschapen wordt door ieder individu met het Wezen van de mensheid als geheel. Sinds het midden en vooral het einde van de vorige eeuw kan het Hogere Zelf van de mensheid ons eigen individuele hogere zelf worden en we kunnen nu, aan het begin van de 21e eeuw beginnen hiervoor bewust wakker te worden op de Aarde. Het is nu de mensheid als geheel die het “uitverkoren volk” is geworden, zoals het volk van Israël was in de tijd van Moses. Dan, direct nadat ik het verbond “teken” met het ware wezen van de mensheid in mijzelf, word ik onmiddellijk meegenomen naar een speciale plaats waardoor mij ook de moderne weigering en het verraad wordt getoond. We ervaren ook het moderne “Gouden Kalf” ritueel en het breken van onze nieuwe morele belofte. Ieder persoon ervaart dat, als deel van de moderne mensheid, ik breek ook het nieuwe verbond. Dit is een zeer machtige ervaring voor de geboorte die plaats vindt in de geestelijke wereld die direct is verbonden met de fysieke Aarde.
De pijn die op dit punt wordt ervaren is zeer wezenlijk aangezien het voor veel mensen precies het middel is om een morele verantwoordelijkheid wakker te schudden, de maatschappij in die mate om te vormen dat zij moreel ontwaken in het aardse leven. De wil om het verbroken verbond te helen en opnieuw te bevestigen tijdens de komende incarnatie op Aarde kan dan een machtige motivatie vormen. In de geestelijke, bovenzinnelijke werelden zegt ieder persoon tot zichzelf zoiets als het volgende:

Ik schep nu een machtige morele impuls, een toekomstige kiemkracht, die de mogelijkheid in zich draagt om op Aarde te ontwaken voor mijn toekomstige aardse taak, die nu niet langer gebonden is binnen de nationaal culturele traditie van een stam of een land. De taak is gericht op de hele wereld en moet uitgevoerd worden in de allereerste globaliserende eeuw in de geschiedenis van de mensheid, namelijk de 21e eeuw. Daarom staan de toekomstige doelen niet vast en zijn tevoren niet bekend, of “de tijd vooruit”. Zij hebben echt niet meer te maken met “het hoofd” maar eerder met het geweten en de activiteit van hart en ledematen. In eerdere tijdperken bestond de taak uit het niet vergeten van het verleden te zijn aan de overlevering van onze voorouders. Die taak moest je op aarde trouw weer herhalen. Maar nu, sinds het midden van de 20e eeuw is het de taak de toekomst niet te vergeten, trouw te zijn aan wat je zelf besloten hebt te doen vanwege jouw vrije liefde voor de mensheid, voor je afdaalde naar de 20e en 21e eeuw.”

Het oude verbond werd door God geschreven op stenen tafels terwijl het nieuwe door ons wordt geschreven op de tafels van ons hart. Het is in deze tijd van groot belang te ontwaken voor deze “toekomstige herinnering” van het in de geestelijke wereld uitspreken en op aarde verbreken van het verbond. Dit moet begrepen worden als deel van het proces van het realiseren van de wereldwijde inwijding in deze eeuw, zonder welke geen ware opvoeding mogelijk zal zijn. Op aarde moeten we op zoek gaan naar die mensen met wie wij samen ons besluit voor de toekomst, dat we voor onze geboorte genomen hebben, kunnen herinneren, het besluit om het welzijn van de mensheid als geheel te dienen en te werken aan broederschap en zusterschap op aarde. Wij kunnen ernaar streven een gemeenschap van mensen te vinden die aan elkaar ontwaken, een gemeenschap waarin we het nieuwe verbond praktisch en sociaal kunnen verwezenlijken. Maar dit kan alleen bereikt worden wanneer het volledig tot bewustzijn komt. Daarom is het nu van wezenlijk belang dat de sociale taken van de toekomst, vooral op het gebied van opvoeding en onderwijs, worden doordrongen met deze geüpdatete resultaten van nieuw geesteswetenschappelijk onderzoek.
De taak van een school voor geesteswetenschappen geënt op deze tijd en van een nieuwe onderwijsimpuls die dit kan inspireren, moet een menselijke-sociaal-onderwijskundige “open ruimte” creëren waarin deze betekenis van moderne wereldwijde inwijding van de mensheid ten eerste tot bewustzijn kan komen en ten tweede praktische gerealiseerd wordt. Hiervoor is noodzakelijk dat een omvorming van beide scholen de komende jaren bewust gelijktijdig gerealiseerd moet worden: een omvorming van de school voor geesteswetenschappen enerzijds en anderzijds van een school voor de kinderen en de jeugd. In wezen zijn beide omvormingen een en dezelfde: een voor volwassenen en de andere voor volwassenen die dienstbaar willen zijn aan de nieuwe generatie. Het is een wederzijdse transformatie waarin beide scholen helpen de andere om te vormen.
Staat u mij toe nu enige aanduidingen te geven over de noodzakelijke omvorming van de Vrije school of enige andere vorm van hoger voortgezet onderwijs (9e tot 12e klas). Het zou nu passend en aan de tijd zijn om het centrum en de periferie van ieder hoger voortgezet onderwijs om te keren wat een gelijktijdige omvorming inhoudt van inhoud en vorm. Deze omvorming omvat twee hoofdstadia. De eerste heeft te maken met het veranderen van de belangrijkste doelstelling van de school. De tweede reflecteert deze verandering van doelstelling zowel in de vorm waarin het onderwijs gegeven wordt als in de organisatie van de school en haar relatie tot de sociale omgeving. Alles wat ik in dit stadium wil doen is enkele voorlopige aanduidingen geven om een nieuw denken en een nieuwe beeldvorming op gang te brengen, open onderzoek en moed te stimuleren voor een diepe en wezenlijke verandering. We moeten wachten op verder onderzoek en verkenning van de zijde van de opvoedkundige gemeenschap in zijn geheel om dit later voort te zetten als een deel van onderlinge dialoog, onderzoek en praktische implementatie.
Het nieuwe kerndoel van de school in de 21e eeuw moet zijn een opvoeding en opleiding voor geestelijke, culturele en maatschappelijke transformatie, verantwoordelijkheid en betrokkenheid. Dit kunnen we niet bereiken door in klaslokalen te zitten en misschien goede lezingen te horen of lessen te volgen over maatschappelijke issues. Dit kunnen we alleen leren door actuele dagelijkse moreel-sociale activiteit, wanneer de schoolgemeenschap als geheel – de leraren, studenten en hun ouders – echte taken in de gemeenschap op zich kunnen nemen en zich uiteen te zetten met levensproblemen en maatschappelijke moeilijkheden in een werkelijke en niet theoretische sociale activiteit. De krachten die stromen uit de ontwaakte herinnering van ons geestelijk verbond met ons Hoger Zelf voor de geboorte en het verraad ervan, zijn onze enige bron waar we nu moed en vrije scheppingsdrang uit kunnen putten. Wanneer we dit waarlijk bewust doorleven zullen we eenvoudig het volgende feit ervaren: alles wat we doen moet nu omgekeerd worden van binnen naar buiten en van buiten naar binnen. We zullen het ervaren als een natuurlijke behoefte omdat we ervaren dat in de bestaande structuur van de school we helemaal niet kunnen ademhalen. Dan zullen we precies weten wat we moeten doen. We moeten leren hoe we weer vrij kunnen ademen!
We zullen bijvoorbeeld de noodzaak voelen dat het klaslokaal van binnen naar buiten gekeerd moet worden: de maatschappelijke periferie wordt de klasruimte (in plaats van een lokaal) en de maatschappelijke taken moeten de “klas” worden of het centrum van het “curriculum”. Dit moet intens gevoeld worden, want het kan niet als een theorie voorgesteld worden. Deze verandering zal noodzakelijkerwijs de manier waarop we nu onze onderwerpen onderwijzen beïnvloeden en tenslotte transformeren. Nu werken we nog steeds volgens een afgedaan, verouderd academisme die in het Duitsland van 1919 onder dwang op de Vrijeschool-impuls werd gelegd vanwege de omstandigheden van die tijd. Zoals Steiner herhaaldelijk zei moest hij vele compromissen sluiten, maar later zijn de mensen vergeten dat dit compromissen waren en begonnen deze te begrijpen en te gebruiken als goddelijke geboden. Maar nu is dit compromis (en zo vele andere) in dit verband niet nodig en ook niet aan de tijd. De academische fragmentatie van de verschillende vakken is volledig kunstmatig wanneer die in de 9e t/m 12e klas gegeven worden en had al lang moeten zijn afgedankt ten gunste van holistische, maatschappelijk georiënteerde, open studies in geïntegreerde geschakeerde hoofdblokken. Synthese zal de analyse vervangen. In de maatschappelijke hoofdblokken van bijvoorbeeld ‘milieukunde’ zullen alle onderwerpen samengeweven worden om een betekenisvol geheel te scheppen dat het praktisch-sociale werk dat de jonge mensen in de maatschappij verrichten zal ondersteunen. Ieder hoofdblok zal moeten worden gepland en gevormd door alle disciplines, door veel leraren die op een creatieve manier samenwerken met een gemeenschap die goed werkt als een team. Deze gemeenschap kan op deze manier niet alleen ideëel maar praktisch en in werkelijkheid, een gemeenschap van spiritueel-creatieve en maatschappelijk geëngageerde mensen worden.
Op deze manier kan de Imaginatie van de Vrije school die Steiner een volle eeuw geleden gaf een volgende stap zetten in de richting van haar toekomstige verwezenlijking. In de nabije toekomst, wanneer we werken aan spiritueel ontwaken enerzijds en er anderzijds door geïnspireerd worden om ons praktisch-maatschappelijk-opvoedkundig werk te veranderen, zullen er geen “curriculum vakken” meer zijn zoals we nu hebben. In plaats daarvan zullen er belangrijke “maatschappelijke problemen” zijn als holistische blokken. Maar dit betekent natuurlijk dat de lerarenteams en de gemeenschap als geheel eerst zal moeten leren om “samen te ademen” als een levend organisme, als een echte groep gelijken. Als tweede zullen zij leren hoe zij een volledige omvorming van de schoolstructuur van de hogere klassen moeten plannen en uitvoeren die gebaseerd is op geëngageerd maatschappelijk leren en praktijk en vervolgens ook op het onderwijsprogramma dat wordt aangepast om hier dienstbaar aan te zijn.
Het werk zal holistisch, samenvattend en synergetisch zijn en het academische, analytische, fragmentarische huidige curriculum in alle scholen vervangen. Een gemeenschap van leraren zal ontstaan en tot leven komen in een echte spiritueel-menselijk-sociale praktijk, omdat er door het samen scheppen van een sociaal georiënteerd curriculum een erg vreugdevolle en creatieve oefening in een proces van gemeenschapsvorming tot stand zal komen. Vanuit het gezichtspunt van een ware rationele, toekomstige maatschappelijke onderwijsstrategie is de rol van de school: de jonge mensen voorbereiden op bewuste, verantwoordelijke deelname aan het maatschappelijk leven in de 21e eeuw. Dit kan niet tot stand komen door in klaslokalen te zitten. De leraren zullen in de toekomst betrokken zijn bij gemeenschapsvormende processen in de schoolgemeenschap zelf en in sociale en culturele activiteit samen met hun studenten en de gemeenschap rondom de school.
Het gaat daarom om de wezenlijke vragen: heeft de vrije schoolbeweging een wezenlijke groei, rijpwording en metamorfose doorgemaakt in de loop van de vorige eeuw? Heeft zij een natuurlijk proces van spirituele en maatschappelijke groei doorlopen en een Umstülpung (een omkering van binnen naar buiten van centrum en periferie) die komt in een bepaald stadium van organisch-spirituele groei? Of heeft zij onveranderd behouden wat Steiner de wereld gegeven heeft tussen 1919 en 1924? Worden we alleen maar groter? Zijn wij als een rups die alleen maar steeds vetter wordt en weigert de metamorfose tot vlinder door te maken?

Dit is de echte plaats waar de esoterische aspecten van wereldwijde inwijding samengebracht zullen worden met specifieke onderwijstaken. De kinderen ontmoeten hun toekomst via ons. Zij zoeken een school een gemeenschap die bij hen echt de herinnering wakker roept aan het voor-aardse verbond dat zij zelf hebben gesloten met het Wezen van de mensheid. Dit moet de toekomstige “Morele Intuïtie” van de Vrije School worden die haar zal vervullen met nieuwe spirituele inhoud en inspiratie. Deze nieuwe Morele Intuïtie leeft machtig in het diepste verlangen van hen die het beroep van leraar hebben gekozen en in de nieuwe zielen die naar de aarde komen om hen te vinden. Dit zal de Vrije School imaginatie, door Steiner gegeven voor het midden van de vorige eeuw, vullen met spirituele en morele substantie. Het zal in substantie en vorm het werk dat bijna 100 jaar geleden begonnen is complementeren en zal het een geheel nieuwe Umstülpung – impuls geven, zodat de Vrije Schoolimpuls niet zal sterven – hetzij met een knal of een fluistering. Het zal in staat zijn in de 21e eeuw, dus nu en morgen het onderwijs vruchtbaar te maken.


YYY terug naar inhoudsopgave